Diabetes is een ziekte die vooral te maken heeft met de pancreas, spieren en organen die glucose opnemen en de terugkoppeling van de suikerspiegel in het lichaam. Belangrijk voor de diabetes patiënt is een goed regulatie van de suikerspiegel en dat deze onder controle blijft zodat vooral de schade beperkt blijft. Organen die vooral te lijden hebben onder een hoge suikerspiegel zijn: Ogen, Hart en bloedvaten, Lever, Nieren en Zenuwen. Regelmatige controle daarvan is noodzakelijk.
Hoewel daar nog niet veel aandacht voor is, komt er steeds meer literatuur die de betrokkenheid van virussen aangeven bij het ontstaan van diabetes. Verder is al jaren bekend dat bepaalde te korten aan mineralen als Chroom, Mangaan, zink, magnesium en molybdeen, diabetes kunnen beïnvloeden. Ook kan een auto-immuunreactie diabetes veroorzaken. Belangrijk is dus te achterhalen wat er speelt en hetgeen gecorrigeerd kan worden te herstellen.
Behandelmethode bij Diabetes
Met bioresonantie kun je meten welke belastende factoren er een rol spelen en deze corrigeren. Je kunt hierbij denken aan virussen als Cytomegalovirus, Coxosakie en Rubella, maar ook aan het opname proces van glucose in het weefsel (dit is o.a. afhankelijk van het schildklierhormoon T3 en de cortisol spiegel), het meten van te korten aan essentiële sporenelementen of zwavelhoudende aminozuren of giftige stoffen die het suikertransport bemoeilijken. Voor al deze factoren zijn er aanpakken die de suikerhuishouding positief kunnen beïnvloeden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van bioresonantie en orthomoleculaire supplementen.
Vooral het opruimen van parasieten die de hormoonhuishouding beïnvloeden is belangrijk, daarnaast hebben vooral schimmels een remmend effect op allerlei omzettingsprocessen waardoor de suiker niet omlaag wil gaan. Bij vooral stressgevoelige patiënten is het belangrijk om de bijnieren en hypofyse te controleren. Naast deze aanpak is het belangrijk regelmatig te controleren of je suikerspiegel in orde is.
Voor een diabetes type 2 kan dat betekenen dat je uiteindelijk je medicijnen niet meer nodig hebt of sterk kunt minderen. Hoe meer schade er aangericht is, hoe moeilijker het herstel verloopt. Voor type 1 is het belangrijk te achterhalen wat de mogelijke oorzaken van de auto-immuunreactie zijn en waarom de suikerspiegel als maar te hoog blijft. Om één of andere reden staan de ” bloedsuikersensoren ” mogelijk verkeerd afgesteld
Casus Diabetes
Patiënt L met type 1 diabetes kwam met een suikerspiegel die varieerde van 13-18 en ’s ochtends altijd rond de 11-13 stond. De suikerspiegel was erg stressgevoelig. Patiënt had erg veel last van neuropathie en haar bloedvaten moesten geregeld gedotterd worden (om de 6-8 weken).
Bij deze patiënt zijn met name parasieten en schimmels opgeruimd met als resultaat dat de suikerspiegel nu schommelt tussen de 4-7, het insulinegebruik meer dan gehalveerd is en dat de laatste keer dat er gedotterd moest worden 5 maanden geleden is. Van neuropathie heeft ze vrijwel geen last meer.
Hoewel dit een mooie casus is, zijn er ook patienten bij wie de onderliggende oorzaken niet of moeilijker te vinden zijn, maar wel de moeite waard om te kijken of het onderliggend probleem te beinvloeden is.
Heeft u nog vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op.