De vraag waar de Orthomoleculaire geneeskunde zich op richt is:
Hoe kunnen we het herstel van aandoeningen met voeding of voedingsbestanddelen zo beïnvloeden dat ziekten, klachten verdwijnen dan wel zo minderen dat er verbetering optreedt.
Daar waar de reguliere geneeskunde (huisarts en specialist) zich vooral richten op remmen of voorkomen van afbraak richt de orthomoleculaire geneeskunde zich op de andere kant, de kant van opbouw, door gebruik te maken van hoge doseringen van natuurlijke voedingsstoffen, zodat de weerstand verhoogd, de energiehuishouding verbeterd en een tekort aangevuld wordt.
Orthomoleculaire geneeskunde richt zich vanuit dit principe op:
Wat is orthomoleculair?
De term ‘orthomoleculair’ werd voor het eerst gebruikt in 1968, door professor Linus Pauling. Orthos komt uit het Grieks en betekent: juist, recht of gezond, en moleculair staat voor: moleculen. In de orthomoleculaire geneeskunde streeft men naar het gebruik van stoffen die het lichaam zonder schade kan gebruiken en verwerken en uit de natuur afkomstig zijn (dus geen chemisch gemanipuleerde stoffen).
De rol van voeding
Dat voeding een geneeskrachtige werking kan hebben stamt al van eeuwen geleden. Zo noemt Hippocrates (460-377 v Chr) meerdere malen de geneeskrachtige werking van voeding en hanteert Maimonides (1135-1204) de stelling dat: ‘geen enkele ziekte die door een dieet kan worden genezen, met andere middelen dient te worden behandeld’. In het begin van de 20e eeuw werden steeds meer gebreksziekten ontdekt die genezen konden worden door het toedienen van één vitamine. Een voorbeeld is scheurbuik dat te voorkomen en te genezen bleek met vitamine C. Om gebreksziekten te voorkomen heeft de overheid normen opgesteld die als minimum richtlijn dienst kunnen doen: Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheden (ADH).
Voeding en ziekten
Door steeds betere behandelmethoden en medicijnen leek de rol van voeding steeds minder te worden. Echter uit steeds meer onderzoek blijkt hoeveel invloed voeding op ziekten heeft. Zo is inmiddels over duidelijk dat slechte voedingsgewoonten een rol spelen bij het ontstaan van bijvoorbeeld kanker, hart- en vaat ziekten en ouderdomsdiabetes.
Onze voeding is niet altijd toereikend. Er zijn diverse redenen waarom bepaalde mensen te weinig van bepaalde voedingsstoffen binnen krijgen en daardoor een verminderde weerstand hebben. Onze voeding komt steeds meer uit intensieve tuin- en landbouw. Het volg is dat bepaalde stoffen niet meer voldoende in ons voedingsaanbod zitten. Het meest bekende voorbeeld hiervan is wel foliumzuur. Ook reguliere geneeskundigen adviseren nu gezonde vrouwen die zwanger willen worden, extra foliumzuur te nemen om de kans te verkleinen dat hun kind geboren gaat worden met een open ruggetje. In situaties als stress, zware inspanning, milieuvervuiling, ongezonde werkplekken en ziekten hebben we meer beschermende voeding nodig dan normaal, omdat ons herstel meer vraagt. Als we in die situaties niet meer essentiële voedingsstoffen binnen krijgen, gaat onze gezondheid achteruit.
Voedingssupplementen
Zowel met het doel ziekten te voorkomen als met het doel ziekten te behandelen, kan het nodig zijn, naast een zo volwaardig mogelijke voeding, extra voedingsstoffen in de vorm van voedingssupplementen in te nemen. Voedingssupplementen zijn in feite tabletten of capsules die een hoog gehalte bevatten van stoffen die in geringere hoeveelheid ook in de voeding voorkomen. Dit kunnen zijn: vitamines, mineralen, aminozuren, essentiële vetzuren of enzymen, maar ook minder bekende groepen van stoffen zoals bijvoorbeeld de bioflavonoïden, glucosamine, Q-10, alpha-liponzuur enz.
Orthomoleculaire voeding en voedingssupplementen kunnen in het algemeen zonder problemen gebruikt worden naast andere behandelingen zoals regulier geneeskundige behandelingen of bijvoorbeeld homeopathie. Toch kunnen soms orthomoleculaire middelen en reguliere medicijnen elkaars werking beïnvloeden. Het is daarom van belang dat een arts, apotheker of therapeut er van op de hoogte is wat u gebruikt.